Flores / Yaxha

Flores en tóch nog even Yaxha

Ik heb me altijd al afgevraagd hoe het met onze overbevolkte wereld toch mogelijk is dat er nog steeds weer nieuwe oude dingen ontdekt worden, en we steeds op zoek blijven naar steden uit lang vervlogen mythen en sagen. Nu ik hier echter zo rondrij en de uitgestrektheid ervaar, die om de haverklap wordt onderbroken door een heuvel in de vorm van een pyramide, snapt deze jongen, uit het netjes aangelegde Nederland, het ineens een heel stuk beter. Onder elke heuvel kan een pyramide, een tempel, of een bijgebouwtje schuil gaan. Als ik niet op vakantie was geweest had ik vast en zeker een schep gepakt, om zo tóch nog eens een beetje naam te kunnen gaan maken voor mezelf, maar helaas.

Ik zat zo eens mijn dagen te tellen, en twijfelde, een aantal rustige uren lang, of ik nog een dagje hier zou blijven, of dat ik direct door zou gaan naar Palenque, om nou eindelijk eens die dekselse tombe van Pacal, met de astronauten afbeelding ‘on top’, te kunnen gaan zien.

Ik besloot vervolgens om tóch nog maar een dagje naar het dichtbij gelegen Yaxha te gaan, om de eerdere mislukte zonsopgang, met een geslaagde zonsondergang, goed te maken. Yaxha is een maya site die niet met Tikal te vergelijken is, zowel in grootte, maar dus ook niet in het aantal touristen. Het houdt echter nooit op natuurlijk, dus ging ik maar weer naar ‘Never ending travels’ voor een ticketje Yaxha en nog ééntje ‘out of here’ voor de volgende dag, want het is natuurlijk toch altijd wel weer een keertje wél klaar.

Ik kon naar Yaxha alleen een tour boeken, die niet heel veel kostte, dus besloot ik deze alleen te gebruiken als transport en, zodra we daar aankwamen, de guide met de rest van de groep te laten voor wat ze waren. Goede keuze, want de guide begon direct luid informatie te brullen, met flauwe grapjes, en vragen aan de aanwezigen, wat zij wel dan of niet dan wisten van deze site.

Ik nam wat foto’s van de eerste, dus nu nog onbevolkte, pyramide, en maakte dat ik op mijn gemak de rest van het parque in kwam. Hier liep ik dus écht helemaal alleen, tussen heuvels door, die of helemaal, ofwel half, ofwel helemaal nog niet, uitgegraven waren. Sommigen die voor de helft waren uitgegraven, hadden aan de achterzijde, of soms zelfs op de bovenzijde, grote bomen op zich groeien, waarvan de wortels zich wel wreed tussen de grote stenen blokken door moesten wrikken, stelde ik me zo voor.

Tevens als eerste kwam ik bij de grote pyramide, alwaar ik onder aan de trap mijn meditatieve momentje pakte. Ruw werd ik na een minuut of tien door de eerste, doch verontschuldigende, Noord-Amerikaan uit mijn trance gehaald, waardoor ik abrupt weer terug werd geworpen in de vreemde Zuid-Amerikaanse maya realiteit.

Toen ik vervolgens van boven aan de pyramide kreten van verrassing, geluk ende verbazing hoorde, ben ik hem maar gevolgd. Wat toen volgde kan ik alleen maar omschrijven als ‘adembenemend’, welke ik toen toch al niet meer bezat, vanwege het beklimmen van de immense, onregelmatige, afgebrokkelde trap. Dit was werkelijk het mooiste uitzicht dat ik ooit had gezien en dat zeg ik niet dagelijks.

Normaal proberen dit soort beschavingen zich altijd een beetje te verbergen, zoals de inca’s hun stad, de Machu Pichu, hadden gebouwd met het steen van de eigen berg zodat het lager uitkwam dan de omgeving, maar vanaf deze pyramide keek je hoog uit over de gehele jungle, en dus ook weer terug, met verderop in de jungle nog een uitstekende tempel, en achterop het Itza meer. Lago Itza.

Een eveneens loslopend spaans stelletje kwam mijn enthousiasme bevestigen met wat vreugdesprongen en een geratel aan foto geklik. Ik deed hetzelfde, om vervolgens beneden het wat dichtere en dus wat donkerder wordende woud weer door te lopen naar de rest van de, nu nog touristloze, ruïnes.

Net nu begonnen de brulapen weer met hun angstaanjagende gebrul, en deze keer vanuit de bomen direct boven me en om me heen, zonder dat ik nu precies wist of ze nou net zo groot waren als hun gebrul en net zo blij waren met mij als ik met hun. Mijn verbaasde blijheid verdreef echter al mijn angstgevoelens en mezelf filmend, gelijk Freek Vonk, bleef ik doorgaan . . . een stadsjongen alleenig tussen het wilde gebrul: ‘ Wilde dieren ! ! ! ‘

Na de groepszonsondergang op de pyramide met uitzicht op het meer ging ik weer voldaan terug naar mijn Posada de la Jungle kamer, om me klaar te maken voor de busreis, die me de volgende dag over de grens van Mexico zou voeren.

Flores, tikááál and the girl with the rash

The girl with the rash

Met mijn bril op zie ik er uit als een dokter . . . blijkbaar.  In de minivan ‘Coban naar Flores’, werd ik al drie keer aangekeken ende toegesmiled door een chick links voor me. Ik gokte natuurlijk op onvervalste sjans, maar toen ik later bij de eerste stop uit de toiletten nóg een keer aangesmiled werd, kwam vlak daarna aan tafel de vraag of ‘er een dokter in de zaal was?’

Ze bleek een rash van hier tot Honduras te hebben, die al zeker een maand aanhield. Twee doktors hadden al hetzelfde zalfje aangesmeerd, maar de rash bleef, vooral in dikte, terrein winnen. Waarschijnlijk veroorzaakt door insectenbeten. Verder iedereen was vervolgens opvallend snel uitgegeten, waarna ik met haar en nog twee andere travelpeopletjes overbleef. Na de maaltijd hebben we eens goed op haar rug gekeken en dat zag er inderdaad best ernstig uit. Niet dat ik er iets zinnigs over te zeggen had, behalve het advies om misschien een maya dokter op te zoeken die wellicht wat dichter bij de natuur stond, maar toch.

Later, terug in de bus, vroeg ze of ik een foto van haar wilde maken. Ik stond al nietsvermoedend klaar om haar er zo goed mogelijk op te krijgen, met nog een beetje van de bus, de omgeving en de juiste belichting, maar het bleek om een ordinaire foto van haar rash te gaan, voor haar dokter in land van herkomst. Zo artistiek als ik kon heb ik vervolgens het hele landschap in kaart proberen te brengen, zodat ik er er later misschien nog wat aan zou kunnen hebben in mijn portfolio, bij een eventuele google sollicatie.

Later bij aankomst in Flores kreeg ik echter, zacht gezegd, sterk het gevoel dat ze van haar probleem ook het mijne probeerde te maken. Ik had ook inderdaad wel met haar te doen, maar ben er toch maar zachtjes tussen uitgeknepen, wat ook wel weer goed uit kwam om zo de inmiddels ingestapte zenuwwekkende tourhusselaar af te schudden. Aangezien iedereen hier hetzelfde rondje maakt, zou ik haar sowieso nog wel een keertje tegen gaan komen om dan eindelijk eens een lang gekoesterd, maar welgemeend, sopranootje te kunnen maken :
‘ Hey, how’s your rash? ‘ (Sopranos liefhebbers snappen dit wel)

Flores en tikááál

Iedereen in Flores komt voor hetzelfde: Tikal. De grootste mayasite van Guatemala, midden in de jungle, zo’n zestig kilometer van Flores. Ik was de tours eigenlijk wel al een klein beetje zat, dus vond dat ik maar op eigen houtje richting de ruïnes moest proberen te gaan. Ik wilde daar sowieso een nachtje blijven op de camping, zodat ik er nog zou zijn als de touristen weg waren, en tevens al voordat ze er weer zouden zijn. Ik had dus alleen een bus heen en terug te boeken, waardoor ik helaas alsnog bij een touroperator uit zou komen en in een strak tijdsregime terecht kwam.

De tourhusselaar in de bus, de avond ervoor, waarschuwde voor onbetrouwbare andere touroperators, dus die viel zelf, wat mij betreft, direct af. De eerste de beste andere, direct naast mijn hostel, viel die eerste touroperator weer af met de medeling: ‘ He owes me money ‘, dus die viel zelf ook weer af.

Het eilandje van Flores is gelukkig erg klein, dus een rondje is zo gemaakt. Nog twee andere operators zetten kwa prijs allebei direct veel te hoog in, dus zo heb ik uiteindelijk mijn ticket geboekt bij een relekste dude, van ‘never ending travels’, die direct een normale prijs noemde en verder niemand anders zwart maakte.
‘ Go with your gutfeeling ‘, zou een amerikaanse smeris in een slechte politiefilm gezegd hebben.

Achttien kilometer voor de ingang van Tikal moest er al een kaartje gekocht worden. We kwamen daar om half twee aan, maar om een kaartje te kopen waarmee ik de volgende dag ook weer naar binnen zou kunnen, moest ik tot drie uur wachten, anders was men bang dat ik alsnog voor drieën naar binnen zou gaan. Stel je voor : een extra half uur. Het lijkt Nederland wel. Ik probeerde nog wat op te dingen, om het geen omkopen te noemen, maar de man hield voet bij stuk, we móesten wachten.

De rest van de bus met de dagjesmensen, die de enkele middagtour deden, reden dus wel direct verder, maar wij drie overnachters, nog een argentijn en een mexicaan die zijn verjaardag op de LSD in de maya ruïnes ging vieren, moesten anderhalf uur wachten, tot het drie uur zou zijn, om vervolgens een lift voor de resterende achttien kilometer te proberen te bemachtigen. Als ik dat had geweten was ik ‘s morgens vroeg al gegaan en gewoon voor twee dagen een los kaartje gekocht, maar om dat nu voor anderhalf uur nog even te doen, leek me wel wat overdreven en iets te luxe.

Het kwam verder ook wel weer goed uit, want zo had ik nog even de tijd voor cerveza, vrienden maken, en het fixen van een sunrise gids, waarmee ik om vier uur ‘s nachts al door het oerwoud zou kunnen gaan lopen, om zo met zonsopgang op tempel IV te kunnen zijn. Iets dat jarenlang, in verband met illegale parkovernachters, taboe was geweest, dus dat móest wel goed zijn.

Ik overnachtte in een tent op de binnenplaats van een hostel, omdat ik niet bereid was vijfenzeventig dollar te betalen voor een kamer, als ik toch om vier uur alweer op moest. Tevens had ik zo een goede positie voor het aanhoren van de geluiden der jungle. El musica del Jungle. Helaas sliep ik dit keer dan wel ineens weer als een blok.

Weer was ik nu blij al helemaal aan het begin de sunrise tour geboekt te hebben, want nu was ik alleen, samen met Juan de argentijn, met Luïs, onze gids, die ons doodstil door de pikdonkere Jungle het park in liep. In tegenstelling tot wat andere groepen van zeker twintig man, die luidruchtiger dan het woud zelf er door heen banjerden.

We liepen al gelijk tegen een vuistgrote tarantula aan, die ik maar heel even kortstondig aangestaard heb, om zo mijn slapende spinnenfobie niet onnodig te doen ontwaken. Ik ben an sich niet bang, maar ze komen terug in mijn dromen, waar ik er geen controle over heb. Om dezelfde reden had ik, de avond daarvoor, mijn hoognodige douchebeurt al geskipt, toen de duitse tentburen voor tarantula’s grote zus in de linker douche hadden gewaarschuwd.

Het is helemaal te gek om in het pikkedonker door de jungle te lopen. Helemáál met een gids die daar al éénentwintig jaar rondloopt. Elk diertje en geluidje viel hem op, dus zo stonden we ineens zeker vijf minuten stil, met de lantarens uit, te wachten tot een passerend beest verderop in de bush weer weg was. Er zitten hier een hoop Jaguars. Vernoemd naar de grootste maya pyramide op de Gran Plaza, maar het kon evengoed een aap of een tapir zijn geweest.

Op de gran plaza bleven we een tijdje mediterend op de grote trappen zitten waar de belangrijkste maya’s begraven lagen. Ik kan me niet herinneren ooit zo visueel gemediteerd te hebben, in zo’n korte tijd. Allerlei beelden schoten aan me voorbij. Van gezichten en handen die naar boven klommen of juist weer naar beneden vielen. Of het nu het tijdstip, het duister of de plek was,  weet ik niet, maar ik bleef er nog een tijd van onder de indruk. De gids verzekerde me dat het door de magische plek kwam, waar de spirits nog vrij rondwaren.

Als je vervolgens voor de pyramide gaat staan en in je handen klapt, echoot het geluid weer terug in de vorm van de roep van de Quetzal vogel. Bij één pyramide kan ik me dat toeval nog wel voorstellen, maar bij alle bouwerken was dit geluid exact hetzelfde. En dan bedoel ik in lengte, toonhoogte en in kleur. Ik ben geen instrumentenbouwer, maar ik kan me voorstellen dat, om dit met een gigantisch stenen bouwerk voor elkaar te krijgen, je zeer precies te werk dient te gaan, en dat op grote schaal. Ik sloeg mezelf hard voor de kop dat ik mijn audio fieldrecorder niet bij me had, en kreeg daarmee het geluid van de Quetzal weer teruggekaatst.

Boven aan het hoogste bouwerk, tempel IV, gingen we de zonsopgang beleven, die helaas uitbleef door de mist, maar wel vervangen werd door het geluid van de ontwakende jungle. Alsof er een kudde dinosauriërs wakker werd, bulderde het vervolgens van de brul-apen.

Even verdacht ik onze gids ervan, die beneden op ons stond te wachten, aangezien hij eerder al eens hetzelfde geluid gemaakt had, toen hij verderop in het donker een ander groepje homosapiens door de jungle zag lopen, om hen zo de stuipen op het lijf te kunnen jagen, je moet toch wat als je daar al eenentwintig jaar rondloopt, maar als vervolgens de geluiden van alle kanten af komen, moet je, zelfs als nuchtere hollandse stadsjongen, bekennen dat de geluiden wel echt móeten zijn.

We namen om elf uur met ons open ticket de Mayaland bus, met de eerste uitgelopen tourgroup van de dag, weer terug naar Flores, waar ik mijn oh zo makkelijke hostel ‘Passado de la jungle’ weer betrok.
‘ Uno o dos dias, mas a menos. ‘, riep ik, een open twijfelgebaar makend, en kreeg mijn tas en een
‘ bien bien ‘, weer teruggeworpen.

Biotopo en Coban

Biotopo en Coban

Om acht uur de volgende morgen werd ik met een minibus bij mijn hostel opgehaald voor een drieënhalf uur durende rit naar Ranchito del quetzal, aan de rand van het gelijknamige Biotopo. Buiten de nationale munt blijkt de Quetzal ook een vogel te zijn, die je dus niet alleen uit moet geven, maar dan ook wel even uit moet gaan checken.

Een uurje voor Coban werd ik eruit gezet langs het mistige woud en de ronkende weg. Wéér koud. Was ik net blij geweest met twee dagen bloedje Antigua, kwam ik nu weer in de bergmist terecht. Even doorbijten nog maar.

El Ranchito is een idylisch hostal en tevens de portal naar het biotopo. Dat klinkt allemaal vrij digitaal, maar dit was de eerste plek waar geen internet was. Gelukkig maar . . . en ik denk zelfs dat ze het express zo hebben gelaten.

Ik kwam daar dan ook om de rust te vinden en wat schrijfwerk te doen, dus dat kwam goed uit. De vogel, die zo nu en dan een boom naast het terras van het restaurant aan deed, en waarvoor het hostalpersoneel je zou roepen, heb ik uiteindelijk niet gezien, maar mijn zintuigen werden alsnog bevredigd door een wandelroute langs een waterval, het uitzicht vanuit mijn kamer op het dampende woud op de berg, en de speciale salsa picante, waarvan ik de naam van de locale peper helaas alweer vergeten ben.

‘s Nachts was het koud. Ik kan niet anders zeggen. Nou ja, dat kan ik natuurlijk wel, maar dat ga ik niet doen. Gelukkig had elke kamer die ik tot dan toe geboekt had twee bedden, dus kon ik me goed inpakken met de dubbele set lakens en dekens.

Compleet tranquillo en eindelijk eens met m’n zak op de rug stapte ik de volgende morgen, vlak voor de ranchito, soepel in m’n eerste locale bus. Nu voelde het pas écht als travellen. Ik was blij dat ik niet aan de net ontmoette tweede duitser, met huurauto, gevraagd had of ik een stukje mee kon rijden naar Coban, wat ik namelijk wel even, uit gemakszucht, had overwogen.

Halverwege de loeiharde film, en vlak voor de loeiharde spaanse ballets, stapte ik de bus met half slapende guatemalteken in. Voor tien quetzals, zo’n één euro twintig, werd ik, met een klein oponthoud in verband met een groot ongeluk, naar Coban gereden. Een auto was in een vrachtwagen gereden en midden in een dorp, tegen een huis, compleet uitgebrand. Ik geloof dat de file voornamelijk veroorzaakt werd door de groep geïnteresseerden, die zich er omheen hadden verzameld. Niets anders dan in Nederland dus. Ik moest wel even slikken toen ik het tafereeltje uiteindelijk zag, en ik was volgens mij niet de enige.

Coban staat in de reisgidsen, die ik voortaan op de kop ga lezen, te boek als een plaats waar niks te doen is, en die alleen geschikt is als uitvalsbasis naar trekpleisters in de omgeving. Ik vond het er direct heerlijk. Geen gringo te bekennen in de gezellige wir war van mensen die lekker hun dagelijkse ding aan het doen zijn. Opvallend veel lachende mensen ook. Waar ik maar kijk krijg ik een glimlach en toen ik even een man met een microfoon in een actionachtige winkel aan het filmen was, ging hij express extra z’n best doen om z’n waar aan te prijzen, met de grapjes al inbegrepen. Alles voor de film, waarvan de soundtrack direct al mee kwam in de vorm van meerdere swingende salsa achtige platen door elkaar heen. Uploaden, klaar dus.

Mijn hostel, Don Juan Matalbatz, zat vlak naast de nóg hectischere markt. Op tripadvisor klaagde men hierover, maar voor mij was dit een geschenk uit de hemel. Ik had ‘s middags bij El Peñascal al wel een traditionele locale Kaq’ ik gegeten, maar kreeg ‘s avonds toch echt wel weer trek in vers gebakken street patatas fritas met drie kleuren salsa erover heen gespoten. Hoe vrolijk wil je het hebben?

Het hostalmeisje praatte verdraaid goed en graag engels en dat heb ik geweten ook. Stug bleef ik echter tegen haar in het spaans terug praten, anders kom ik er zelf natuurlijk nooit. Ik merk dat men hier trots is op hun cultuur en dat is niet alleen aan de klederdracht te merken. Bij binnenkomst kreeg ik direct een ‘complimentary’ locaal uitgeperst bloemensapje te drinken en ze was maar al te gretig om alle details van de cultuur, het hostel en de omgeving aan me mede te delen. Trouwens, als je in een gesprek op welk moment dan ook laat vallen :
‘ Thank you for being so nice. ‘, kan je voor mij natuurlijk sowieso niet meer stuk.

De Kaq’ ik was een compleet nieuwe smaaksensatie. Een rode soep met duidelijk koriander, een soort tofu achtige substantie erbij die op cacao leek, en ernaast nog een cacao drank, die overigens niks met chocomelk of zoetigheid te maken had. Dat alles afgemaakt met wat tortilla’s en een salsa picante. Dat laatste gaat een terugkerend dingetje worden deze reisverslagen, dus wie niet van al te pittig houdt kan ik aanraden te stoppen met lezen. Erna kreeg ik om te blussen nog een zoetig geroosterd cacao drankje, om er zeker van te zijn dat ze een plekje in mijn reisverslag zouden bemachtigen, stel ik me zo voor. Weer niks met chocomel te maken en muy muy moeilijk delicioso.

Semuc Chemey

De volgende morgen werd ik om acht uur opgehaald voor een tour naar semuc chemey. Ik had het even uitgezocht, maar het leek me het beste dit niet op eigen houtje te doen. Gelukkig was het een beter gemixte groep dan die naar vulcano Pacaya, waar ik tussen een oorverdovende meerderheid van Noord Amerikanen zat, die voornamelijk over loopbanen aan het praten waren in de bus en alleen even naar Guatemala kwamen hoppen voor een snelle vakantie. Dat is voor hun net even makkelijker dan voor ‘wij die de plas over moeten’.

Semuc Chemey was niet heel ver weg, maar was wel een rit van ruim twee uur. Eerst over de weg, toen een stuk over losse stenen, waarna we overstapten in een 4×4 met open laadbak, alwaar we staand het laatste stukje door de diepe modderplassen werden gehobbeld.
‘ Bumpy massage ‘, riep de tourguide steeds, die verdacht veel op DMC van Run leek. Het nadeel van een open laadbak is dat hij open is, en aangezien het behoorlijk begon te regenen, kwamen we al behoorlijk nat aan, maar goed, dit zijn dan ook de nevelwouden en de nevel schijnt erg goed voor de koffieplantages te zijn, die hier wild tieren.

Het hostelmeisje, die de tour had gefixt, kon dan nog wel zó goed engels praten, maar als ik niet kan luisteren gaat het alsnog mis. ‘No breakfast included’ had ik opgevangen als ‘breakfast included’, dus de hele weg zat ik te lonken naar de zakken met vegetarische sandwiches, die dan blijkbaar pas voor de lunch meegenomen waren.

Ik had ook een flinke zak met spullen meegenomen aangezien ik dacht dat we lekker gingen chillen en een beetje schrijven aan de mooie gekleurde natuurlijke terrassen van zwembaden, boven de diep ondergronds stromende rivier, maar het bleek echter een hike, op mijn nuchtere maag, naar de top van de berg, door de stromende regen, te zijn. Scheldend in m’n hoofd, wat ik hier in godsnaam deed, stapte ik, steeds natter wordend, richting ‘el mirador’. Het uitzicht . . . en dat was er, man man man, google dat maar even.

Ik snapte nu al iets beter waarom ik hier was, maar nadat ik intern scheldend uiteindelijk weer helemaal beneden was, snapte ik het pas écht. Ondanks dat het hier nog steeds wel regende, doken we vervolgens het warme paradijselijke blauwe water van het eerste terrasbad in.

Nog een reden om hier niet zomaar zonder guide te komen is dat het overal spekglad en hard is. Rotshard welteverstaan. Tevens zijn er overal handigheidjes om overheen te komen, af te springen of zelfs onderdoor te zwemmen, naar het volgende terrasbad. Ook zijn er heel veel grapjes te maken aldus de gezellige tourguide, die als show off nog even van de hoogste gladste steilste waterval rots dook, om beneden weer vlak voor de finale grote waterval terecht te komen, en weer terug tegen de stroom in te zwemmen, om vervolgens weer tegen het wassende water in de steile rot terug op te klimmen :
‘ Anyone? ‘
Iedereen keek maar gauw de andere kant op, waar de wat mindere afsprong was. Later redde hij nog even een uitgegleden klein jochie, toen hij in de verte een hoop geroep hoorde. Ik denk dat ik nog nooit iemand zo hard heb zien rennen. Onder luid applaus kwam hij weer terug. De moeder met het, gelukkig alleen dood geschrókken, jochie erachteraan.

Na nog een glibberig grote grot te hebben bezocht, bliezen we weer de hobbelige massage aftocht, om vervolgens om acht uur weer bij het hostal te retornen. Al met al een lange vermoeiende dag, die elke regendruppel dubbel en dwars waard was geweest.

Ciudad de Guatemala / Antigua

Exito de Hollanda

08-01-2017

Eigenlijk begon deze reis vlak na de zomervakanties van tweeduizendzestien met de opmerking op mijn werk:
‘ Jij gaat zeker in januari weer vijf weken ver weg ? ‘
Tja, als je eenmaal de naam hebt en iedereen het normaal vindt moet je die ook zo hoog houden vind ik . . . en zo had ik, nog voordat ik het zelf helemaal besefte, een ticket op mijn naam staan met de bestemming die op dat moment bovenaan mijn lijstje stond : Guatemala . . . (op z’n brabants uitgesproken natuurlijk, zoals de moeder van een niet nader te noemen Maike) . . . om van daar vervolgens door te reizen langs alle archeologische Maya sites, waar ik jaren terug veel over heb gelezen, via Yucatan in Zuid Mexico en door een stukje van het niet te vermijden Belize.

Guatemala trekt me kwa land het meeste, aangezien daar het grootste gedeelte van de bevolking tot de oorspronkelijke bewoners behoort. Afstammelingen van  de Maya’s dus. Zo’n zestig procent, heb ik me laten inlezen. Mexico schijnt alweer een stuk westerser te zijn, maar heeft veel gigantische Maya en Azteken sites, met pyramides en trappen, waar de hoofden ooit rijkelijk vanaf rolden, je weet zelf. Belize was een Engelse kolonie, wat ook nog steeds de voertaal is, en aangezien we net de Brexit hebben gehad, voel ik daar eigenlijk niet heel veel voor, maar goed, men weet wel wat men koloniseert, want het heeft een Blue hole, een gat van honderd dikke meters diep en drie honderd breed, met het mooiste koraalrif ter wereld, aldus de tekst, dus nou, vooruit dan maar weer  . . . we zijn hier nu toch, zwembroek dan maar mee en vliegen maar.

 

Sjoedad de Gwattemala

09/10-01-2017

Na een niet nader te beschrijven doodsaaie, vermoeiende vliegreis, met een zes uur durende ongewilde tussenstop op Houston, waar ik securitywise, terwijl ik niet eens het vliegveld af wilde, nog het meest door de mangel werd gehaald, kwam ik uiteindelijk aan op een klein vliegveld in Guatemala stad.

Na twee cajero’s, zoals ze de pinautomaten hier noemen, genegeerd te hebben, omdat alleen credit cards aangenomen werden, kwam ik er buiten natuurlijk weer eens achter dat er hemaal geen pinautomaten meer waren, maar alleen mensen die wat van me wilden en taxi’s die ook gewoon met geld betaald wilden worden.

Alle waarschuwingen in acht genomen dat Guatemala-stad erg gevaarlijk is, besloot ik om maar niet te gaan dwalen voor een toevallige cajero, maar gewoon zonder lokaal geld in de taxi te stappen, in de hoop dat de taximan toevallig zat te springen om amerikaanse dollars.

Dat bleek inderdaad meer het geval dan ik in eerste instantie gehoopt had, en zo betaalde ik met twintig dollar twee keer zoveel voor mijn eerste ritje vanaf el aeropuerto naar hostal teatre international in zona uno: het oude centrum. Ik vond het allemaal wel best zo. Ik wilde enkel een hostel en een bed, en het liefst een combinatie daarvan.

De stad bleek op wat rondhangend volk na uitgestorven te zijn en in bijna dito staat liet ik mezelf afdroppen voor een kale poort in een nog kalere berolluikte avenida.

Koud was het ook. Blauwbekkend liep ik langs het evenzo blauwe zwemwater, dat vanaf de binnenplaats bij harde wind zo tegen het raam van mijn kamer aan zou kunnen klotsen.  Deze locatie van het zwembad maakte het wel mogelijk om de volgende morgen van onder de karige dekens een jaoersmakende foto naar het thuisfront te sturen.

Zelfs ‘s nachts ademde het hostal al een tranquillo sfeer, die ik nu voor mezelf nog maar even fakede voor de eerste selfie voor het thuisfront, via de kastspiegel met een biertje in de hand en een geschilderde travelspreuk op de achtergrond, totdat ik zelf in die staat zou zijn beland. Hierna viel ik gauw in slaap, wat overigens nog niks met tranquillo te maken had, dat kwam echt de volgende dag pas . . .

. . . en wel direct toen ik wakker werd. Ik zat er meteen in. Ontbijtje met pancakes, slappe soepkoffie  en een travelpraatje, om vervolgens de straat op te slenteren voor de cajero. Na alle gevaarlijke verhalen over Guatemala city had ik verwacht snel weer terug te zijn in mijn hostel, maar verrassend genoeg, voelde ik me er prima op m’n gemak, en tegen de tijd dat het donker werd en ik mijn eerste street taco’s leeg stond te lekken boven een kraampje, hield ik zelfs al een beetje van die stad.

Al gelijk ‘s morgens, toen ik na m’n eerste echte guatemalteeks bakkie nog niet eens bij het centrale plein was aangekomen, was ik al vol in gesprek met een man die enthousiast met me op liep. Een oud maya die wiskundeleraar in een, naar eigen zeggen, simpel dorpje was en naar Guatemala stad was gekomen om met ngo-korting naar de tandarts te gaan.

Lopend en babbelend over het centrale plein werd ik toegeroepen door wat rondhangers die dat naar alle westerse voorbijgangers doen. Ik negeerde het maar, omdat ik druk in gesprek was en sowieso niet verwachtte dat de conversatie erop vooruit zou gaan.

Een stukje verderop wilde ik eigenlijk wel weer van mijn gesprekspartner af, die inmiddels alweer in herhaling aan het vallen was, af en zei dat dan ook netjes. Niet dat hij in herhaling viel, maar dat ik even rond wilde gaan kijken waar ik nu eigenlijk beland was. Druk babbelend rondlopend mis je een hoop van je omgeving en ik had juist net om die reden afgezworen om kijkend op mijn smartphone rond te lopen.

Hij vroeg of ik een keertje in de kerk met hem kwam praten, wat ik zelf een rare plek vond, en wat waarschijnlijk ook aan mijn gezicht te zien was op het moment dat ik het woordje ‘church’ herhaalde. Ik kan dat soort dingen altijd maar moeilijk verbergen, maar ben altijd wel bereid om erover van gedachten te wisselen.

Hij vroeg vervolgens of ik in het teatre hostal zat en nadat ik dat bevestigd had begreep hij opeens waarom die gasten op het plein met me wilden praten en ik daar nu naar terug wilde, naar hij tenminste aan nam: omdat ik natuurlijk aan de drugs zat. Wat anders?

Verontwaardigd bedankte hij voor het gesprek en ging er resoluut vandoor. Blijkbaar zit je of aan de drugs, of in de kerk. Een erg merkwaardige eerste ontmoeting en jammer dat ik niet de kans heb gekregen mezelf nader uit te leggen.

Midden in de nacht werd ik op de dekens wakker met mijn kleren nog aan en mijn ene been nog op de grond gebungeld. Nee, ik ga nu niet de Maya meneer alsnog gelijk geven, maar ik lag even een luxe jetlag weg te ronken, nadat ik om negen uur ‘s avonds vanuit de gezellige binnenplaats ‘even’ wat op mijn kamer was gaan brengen.

Vroeg op weer dus, om zonder boeken of electronica de ontbijtende binnenplaats te betreden. Ik moet meer contact maken van mezelf. Ik heb de neiging om teveel in mijn eigen wereldje te duiken, waardoor ik niet toegankelijk lijk voor de buitenwereld. Ik kan iets te goed alleen zijn zeg maar.

Als echter het eerste voorzichtige ijs gebroken is ben ik altijd prima soepel in de omgang ben ik achter gekomen, dus voegde ik me daarom, na m’n eerste pancake in de hoek op de bank, bij een tafeltje met mensen waar ik de dag ervoor al wat woordjes mee had gewisseld en waarbij ik een gesprek opving over de ciudad perdida, in Colombia, die ik het jaar ervoor beklommen had. Dit leverde me wat goede franse hip hop tips, een gezellige mee naar Antigua reizende inspirerende chick die alles achter had gelaten om een reizend bestaan te gaan leiden, en een spontane vriendschap met een duitse mexicaan op.

Met de laatste had ik direct een goede klik en heb ik de ochtend nog in ‘de stad die iedereen skipt’ rondgehangen . . . en inderdaad: ik heb  in die twee dagen hooguit vier touristen zien lopen op de drukke hectische markten en straten, waar zoveel te zien, te horen, te ruiken en te proeven is, dat ik automatisch met een grote smile van verbazing rondloop.

In het saaie Holland zit die chaos meestal in mijn hoofd, maar als het erbuiten zit ervaar ik van binnen juist rust. Heerlijk. Ik kan het iedereen aanraden. Evenals de Guateburger, die met kop en schouders boven de ruby burger op Houston airport uitstak. Texas : ‘De bakermat van de hamburger’, maar dat is alleen in de prijs nog terug te vinden. Zelfs de serverende smile is hier gewoon echt.

Om twee uur vijfenveertig dook ik met Andrea de collectivo in naar Antigua, die we in het hostel voor tachtig quetzals geboekt hadden. Zo’n tien euro. Met Cedric sprak ik af dat ik hem later op m’n route in Cancun, of wellicht bij zijn huis in Mexico stad nog een keerje op zou zoeken . . . en dit was nog pas dag anderhalf.

 

Antiek, ja

11/12-01-2017

Ik moet hier veel aan Colombia denken, wat op zich niet heel vreemd is in deze contreien, maar zelfs mijn hostel in Guatemala stad zat op dezelfde plek als mijn hostel in Bogota, bedacht ik me. Uit het hostal rechtsaf, twee straten naar links en je was op het centrale plein . . . en vice versa. Dat laatste was in beide plaatsen erg belangrijk om te weten zodra het duister viel. Mijn tweede stad deze reis was ook nagenoeg gelijk aan mijn tweede stad in Colombia: Cartagena. Koloniale laagbouw, een hoop touristen, nagenoeg geen streetart, maar wel allemaal lekkere eettentjes: Antigua.

Zoals mijn muzieksmaak ook altijd honderdtachtig graden verschild met tachtig procent van de rest van de wereld, vond ik het hier een beetje saai. Ik mistte Guatemala stad direct en niet als kiespijn. Hoe meer touristen, hoe eenzamer ik me doorgaans voel. Ik heb de hele tijd het gevoel dat ik contact moet maken, terwijl ik iedereen om me heen dat wel zie doen. Anoniem in de chaos zonder een zinnig woord te wisselen, of alleen in de jungle ken ik geen enkel eenzaam moment, maar zet me tussen vakantievierende mensen en een zooitje kroegen en het begint te knagen. Ik hou wel van een buitenfeestje of een festival, maar ben absoluut geen kroegmens. Ik wil me het liefst onderdompelen in de sfeer van het land, maar die hoor je dan meestal niet meer.

Ik kan het me echter altijd wel erg goed naar de zin maken, dus ik besloot af te trappen met wat vegetarische fajita’s in ‘una restaurante’, dat er een beetje traditioneel uit zag. Met de twee eerdere burgers en de streettaco’s was mijn sporadische vleesconsumptie al met zo’n factor honderd toegenomen, dus was ik blij dat ik hier een ruime hoeveelheid gegrilde groente bij kreeg om in mijn verse dampende fajita’s te scheppen. Dat was wel een groot verschil met Colombia. Daar had je al mazzel als je in het ganse land een enkele doperwt tegen het lijf liep, maar nu wijk ik teveel af. Terug naar het nu, locaal biertje erbij, salsa picante en Evert heeft het helemaal naar z’n zin.

De volgende dag werd een dag van twee eerste keren. Na met een gezellige vijftientallige druk babbelende tour mijn eerste actieve vulkaan te hebben beklommen, de Pacaya, wat een schitterende zonsondergangsfoto, met op de achtergrond een uit de punt rokende tweede vulkaan, opleverde, ervaarde ik terug in een restaurant in Antigua m’n eerste aardbeving. Het was na m’n gevulde peper en tijdens mijn tweede biertje. Ik schrok eerst dat ik out ging.

Het is vreemd. Aaangezien alles tegelijk beweegt, blijft alles ten opzichte van elkaar op z’n plek, behalve je evenwichtsorgaan. Die zend vervolgens noodsignalen uit naar je bewustzijn, wat je paniekerig doet kijken naar de serveerster, die lachend naar de bungelende hanglamp wijst en ‘ Esta fuerte ‘ glunderd. Het oerhollandse efteling Villa Volta effect dus gewoon. Gerustgesteld maakte ik de rest van mijn biertje soldaat en dook na een wandelrondje en een kroegtwijfel weer vroeg mijn bed in, om mijn jetlag er een beetje in te houden.

De hokjesgeest

Muziek, Tekst & Rap :
E√ert

 

Rotmuziek – De hokjesgeest.mp3

Dowload Flac

hokjesgeest-vierkantPianosample : De kift – Bierflessengroen

Natte straten . . .
doodgeverfde lucht.
Ik mag niet klagen, vragen,
dit zijn de dagen van puur geluk.

Maar ik zie hem gaan.
Hij waart door de straten,
als hij zich in het daglicht waagt,
en ongezien, aan je leven knaagt.

De echo van je naasten,
tot op de laatste, allang begraven.
Ongemerkt nog steeds de baas is,
van je doen en laten.

Houdt je in een wurggreep.
Houdt je stevig beet.
Het aan je vastkleeft,
terwijl jij je eigen leeft,

denk je,
maar het remt je,
remt ons, verdeeld ons mensen,
al die grenzen, maken ons tot onbekenden.

Ik zie hem gaan . . . De hokjesgeest . . .

Ik zie het aan, hoe velen naar hun werk toe gaan.
Evenzovelen aan de kant staan, zonder baan,
geen blaam, voor efficientie aan de kant gegaan
het doel zijn de banen, niet wat er moet worden gedaan.

Ga er maar aan staan: groeien . . .
‘t is nooit genoeg: blijven bloeien . . .
blijven boeien, groeien, groeien, groeien . . .
het zijn de goede die altijd moeten bloeden,

blijven knoeien, aan de rand-
groepen jongeren, aan de kant,
niet van stand, oninterresant,
voor het land: De slaven aan de band,
braaf graven in het zand,

voor de huur van een pand,
met vol verstand, intellect,
laag opgeleid, maar verre van gek,
steekt z’n nek uit totdat tie verrekt,
de rek is eruit, ‘ op z’n bek in ’t zand ‘, zei de gek.

Controle, dat heb je nodig.
Zelf denken is eng en overbodig.
We vullen scholen met rijtjes voor mongolen,
wijsjes over goden, een wijdverbrijde code.

Wat heb je nodig, wat weetjes van het leven.
Weet je ? : Je zelf kun je lezen.
Je kunt het weten en da’s geen zweefteven,
maar onversneden wijsheid, in je eigen leven.

Over de dood, goed en fout,
jong en oud, mediteren: daar ga je niet op fout.
Je gaat niet out, maar verrijst uit het nauw,
ziet je broeder in de kou, en mwoaahh, wie helpen we nou ?

Maar we bidden we de dood, maken het groot,
noemen het leven, dat ongelovigen afstoot,
afschoot, opblaast ,afschiet,
stopt niet, stopt nooit,
stopt niet, stopt niet ! ! !

Olie op het vuur, van de wereld.
Oh wie is het duurst, wie is de kerel?
Wie heeft de grootste? Die heerst de aardkloot,
grootste klootzak, die krijgt de aardkloot.

Stijgen beurzen, dan stijgt zijn beurs.
Zakken beurzen, dan stijgt zijn beurs ook.
Zakken beursen, dan zakt mijn beurs af.
Stijgen beursen, zakt gehaaid mijn beurs.

‘t is altijd wat, nooit niks aan de hand.
‘t is altijd brand aan de onderkant,
het middenland en aan de rand.
Het is maar twee procent, trés interressant,
‘t is tijd voor brand aan de andere kant.

Niet alleen irritant: jeuk,
maar 98 procent niet leuk.
Smelt samen en heers je eigen meuk,
eigen wereld, eigen universum, ya know.

Ik ben het beu. Ik ben het zat.
Zat er dik in dat wat ik dacht nog onderschat was.
Dikke overmacht, in de donkere nacht,
de pracht van kennis is macht is verpatst,

aan de advertentiejacht, de lachende kracht,
algoritmes rippen ritmisch uit je dagelijkse dag.
Vernauwingsdood, ‘t is nou of nooit,
ternauwernood, we zijn verstrooid,

maar tegelijkerteid nog nooit zo verbonden een wonder.
De revolutie komt van onder het vlonder,
zonder wonden met woorden big data uit monden,
ten gronden wordt de zonde in ‘t donker verzonken,

maar non issues, lijken alleen issues.
Slechts voor luxe problemen pakt men een tissue.
Heel holland bakt, of ik vertrek naar mogadishu.
De wereld brand door, dat is geen ramp, because I dis you.

I wish you: fijne laatste dagen.
Je hoeft om mij of de wereld geen traan te laten.
Het einde nadert, the final fase, de laatste adem,
heeft geblazen tegen eindbaastraangas.

Maar ach, ik zal waarschijnlijk wegrotten,
zowaar als ik Rot heet, tot gruis wegstoffen,
wegkwijnen, wegkwijlen, valt niet tegenop te dweilen,
als oude strijders in tehuizen voor oude lijken.

Plascontracten, wasverzachters,
pijn verzachters, mantelkrachten,
poortwachters, gehoorverharders,
gestoord verward en dan ook nog lam en dwars en,

niet meer snappen dat, je niet meer grappen mag,
dat er een nieuwe macht is neergestreken in de nacht,
en per direct van kracht, pertinent en ondoordacht,
onverwachte ondergang de democratie teruggebracht,

tot ja of nee, ach en wee.
Het leek het einde, maar valt nu toch reuze mee.
Uiteindelijk spoelen ze onze hersenen ermee,
en roelen zo de hele mensheid door de plee.

Ik zeg iedereen aan de lsd,
In de lunch een pufje dmt,
Mdma voor de rondvraag . . .
een beetje liefde is wat ik vraag !

Dutch Raps

comic-profile

E√ert
Don Roti
Er7

 

 

Click trackname for lyrics :

Listen/Download: Click for the lyrics:

Rotmuziek – De hokjesgeest

Rotmuziek – De hokjesgeest

XpF&E√ert – is ik alles

E√ert – Is ik alles

Chill oud Posse – De ware Boombep

Chill oud Posse – De ware Boombep

XpF+Er7 – Ondernatuurlijk S01E02 – Bijverschijnselen – 2015 – WereldRip – BijGeloof

XpF+Er7 – Ondernatuurlijk S01E02 – Bijverschijnselen – 2015 – WereldRip – BijGeloof

E√ert ende Frietboer – Uitgesproken

E√ert ende Frietboer – Uitgesproken

E√ert – Polderkil

E√ert – Polderkil

E√ert – stilleven van teKnival (Dakkapella)

E√ert – stilleven van teKnival (Dakkapella)

ER-7&3lt4-B -Intergalactische Interactie

ER-7&3lt4-B -Intergalactische Interactie

E√ert – Onbekend Dood

E√ert – Onbekend Dood

E√ert – De enige echte (Mobb Deep-Shook Ones Beat) MixtapeSingle

E√ert – De enige echte (Mobb Deep-Shook Ones Beat) MixtapeSingle

01 Zijne Tijdelijkheid – Chronische Kultuurschok

Zijne Tijdelijkheid – Chronische Kultuurschok

02 Don Roti – de Stemmenslijper (wasMaschinenbeat)

Don Roti – de Stemmenslijper (wasMaschinenbeat)

03 Evert – Net echt

E√ert – Net echt

04 Evert – ill – Onbekend dood

E√ert – ill – Onbekend dood

05 Evert – ill – Haast!

E√ert – ill – Haast!

06 Swa Fete – Fenomenaal

Swa Fete – Fenomenaal

07 Zijne Tijdelijkheid – Zwart gat

Zijne Tijdelijkheid – Zwart gat

08 Don Roti – De enige echte

Don Roti – De enige echte

09 XpF-Er7 – Ondernatuurlijk – S01E01-HersenRip2015-ill

XpF-Er7 – Ondernatuurlijk – S01E01-HersenRip2015-ill.mp3

10 Er7 – Multiversele denktank

Er7 – Multiversele denktank

11 Zijne Tijdelijkheid – Realiteitszweem

Zijne Tijdelijkheid – Realiteitszweem

 

01 Evert – Creatief gemeengoed

E√ert – Creatief gemeengoed

02 Evert & XpF – Doodgedrukt

E√ert & XpF – Doodgedrukt

03 Evert – Waar ik was

E√ert – Waar ik was

04 Evert & XpF – Aan of Uit

E√ert & XpF – Aan of Uit

05 Evert – Sociale Controle

E√ert – Sociale Controle

06 Evert & XpF – Motorpech

E√ert & XpF – Motorpech

07 Evert – stilleven van teKnival & Dag 4

E√ert – stilleven van teKnival & Dag 4

08 Evert & Daan (XiNiX) – Kreatief met het koppie recht

E√ert & Daan (XiNiX) – Kreatief met het koppie recht

 

01 tJah – Projectiedub

01 Tjah – Projectiedub
(op Jah Shaka’s – Noahs Dub)

02Jah Toch – Gewetensdub

02 Jah Toch – Gewetensdub
(op King Tubby & Prince Jammy’s – A Heavy Dub)

03 Jah of Nietan – Tweekeuzedub

03 Jah of Nietan – Tweekeuzedub
(op Scientist’s – Extra time Part 5)

04 NosJahdamus – Doodgedubt.mp3

04 Nosjahdamus – Doodgedubt
(op Lee Perry’s – Cool Rockers)

05 Sci-farai – Motordub.mp3

05 Sci-Farai – Motordub
(op Mad Professor’s – Milez from Wurzburg)