Beat, Tekst
|
Ik trek de deur dicht, en plof op de bank neer.
Ik schrik als ik denk aan alle sporen, als ik weer op veer.
Grijp een paar spullen en gooi ze in m’n rugzak.
Hoody op m’n hoofd en op me rug dus dat lastpak.
Sneak uit de deur, manouvreer langs de camera.
Die spotte me al bij binnenkomst, dus ga maar na.
Ik vlucht als een haas, die haast knel in de hoek zit.
Ik denk aan m’n paspoort die nog in m’n broek zit.
Als een flits in m’n hoofd zie ik een scherm waarop ik oplicht.
Mol de chip in m’n paspoort waardoor ik het lek dicht.
Twijfel aan m’n auto, want lopen gaat niet licht zo.
Als een flits in m’n hoofd zie ik een scherm waarop ik op licht.
Flits langs de trein, zie dat scherm in m’n brein.
Vijl de postcode weg en fiets weg langs de trein.
Denk aan het zwijn dat me bespied vanaf de lijn.
Zie paniek in z’n ogen in m’n brein als ik grijns.
Het begon met het verbod op hasj en het koppelen
van data bestanden tot een alomvattend brein.
Bibliotheekboeken, In de shop dus de pinlijn,
rekeningrijden en m’n internetlijn.
Ik pin wat hasj in de shop en een dikke vette top.
Ik rook het nietsvermoedend voor de webcam op.
10 minuten later flits ik langs traject controle.
De data wordt gekoppeld dat systeem valt niet te dollen.
Beetje data van de biep en wat boeken over speed,
Kun tao, veganisme, sitchin, blake en beat.
Gekoppeld aan een zoekmachine die ik thuis bedien,
val ik binnen de terrorisme wet die net is ingediend
en aangenomen dat het allemaal tegen me wordt gebruikt,
ben ik nu op de loop en ontvlucht ik m’n huis.
Nu dus ff op de fiets, even weg uit due fuik.
Het scherm in m’n hoofd blijft zo stil als een luis.
<Ik voel het weer. Nu op dit moment. Alsof iemand bij mij naar binnen kijkt. Het is geen verbeelding !>
Ik zet m’n fiets neer, plof op een bankje neer.
Zucht en ik puf als ik denk aan dat ge-heen en weer.
Ik voel me machteloos, klein en in de hoek gedrukt.
Waardeloos, stemloos, onbegrepen en onderdrukt.
Kijk om me heen, zie zoveel mensen dat als ik verdwijn,
er niemand is die me mist, ook niet als ik wegkwijn.
Maar wacht es ff, als ik me terug wil trekken,
is m’n locatie met een druk op de knop zo weer na te trekken.
Ik heb geen stem meer, geen controle over spieren.
De wetenschap staat op het punt om ook m’n kopveld te bestieren.
Digitale processen om mijn intentie te kunnen bepalen.
Kansberekeningen die men nimmer acht te falen.
Gezichtsherkenning, hersenscanning, spanningzoekers,
warmtezoekers, trillingzoekers, transpiratiezoekers.
Zoekers naar een veilige en vrije blije natie,
sluiten je op tussen regels en veranderen in nazi’s
Even m’n ogen dicht, al 3 dagen wakker.
Constant in beweging, als een doorgesnoven gabber.
De flitsen in m’n hoofd komen nu vaker en harder.
De wereld om me heen komt steeds benauwder en bizarder.
Denk in een flits aan nanochips in mijn fietslak.
Zet het op een lopen, hete grond waar ik net zat.
Tas gooi ik weg, loop zwetend richting stadsrand.
Mensen kijken me aan als een paria, een kakkerlak.
Ik loop snel verder, glip de stad uit, industrieterrein.
Spring op tijd in de bosjes voor beveiliging en maak me klein.
Kijk om me heen loop door richting bos.
Snelweg uit die heksenketel, nu wil ik weer los.
Nu wil ik gaan leven zoals mos in het bos, en
nu wil ik gaan leven zonder chronisch de klos zijn.
Nu wil ik gaan leven, nu wil ik gaan zijn.
Nu wil ik gaan leven, want dit leven is van mij.