Ik zat nog steeds aan de paradijselijke kust, maar belandde, in het al donkere, Tulum, in een massa hostel, recht achter een lange straat, ver van het strand, met shops en restauranten voor- en gevuld met touristen. Dit was heel wat anders dan mijn paradijskamer, waarvanuit ik door de brede ramen, lui vanuit bed, tussen de palmbomen door, van de zonsopkomst uit de zee had kunnen genieten, maar goed . . . ik zei al dat er spijt in het spel zou komen.
Het was nu al woensdagavond en vrijdagmiddag was mijn vlucht naar Mexico stad vanuit Cancun alweer. Ik besloot hier ook spijt van te hebben, en bedacht dat ik beter gelijk naar het kleinere Playa del Carmen door had kunnen reizen. Zo’n uurtje verderop, met dezelfde bus als waar ik al in zat.
Na mijn vegetarische burrito, in een goed restaurant, besloot ik de daad bij de gedachte te voegen, en direct een ticket naar-, en een hostel in, Playa del Carmen te boeken, voor de volgendxe ochtend. Ik sliep die nacht, ondanks de knetterharde live salsa band op de binnenplaats, lang leve de earplugs, prima, in mijn persoonlijke drie bedsdorm. Jeej, ik was nu een echte dorm-guy!
Het ontbijt in dit hostel was overigens zowel geweldig alsmede gezellig en aan een lange tafel. Je kon je eigen pancakes maken, en verder pakken wat je pakken kon. Alleen niet de beslagkom bij het handvat, zodat de beslagopening aan de onderkant al open gaat voordat de bakplaat bereikt is. Lachend werd het voor me schoongemaakt door een vrouw die bekende dat de eerste keer ook zo gedaan te hebben. Om negen uur zat ik vervolgens alweer in de bus, om zo vroeg mogelijk mijn stranddag in Playa del Carmen te kunnen beginnen.
Nog één keertje, omdat het toch een spoedbezoek was, had ik mezelf in het, voor playa begrippen, goedkope hotel Alejandra geboekt. Ik moest toch ook mijn spullen even netjes uitpluizen voor de vlucht en dan leek me een eigen kamer wel zo handig.
Om half elf stond ik daar voor de gesloten gate, waarachter ik door de tralies een man zag staan. De eigenaar van het hotel. Ik zei dat ik een reservering had, waarop hij antwoorde dat de inchecktijd pas om drie uur was, en dat hij ook om die tijd pas de reserveringen van booking.com door zou krijgen. Gelul natuurlijk in het digitale tijdperk, maar goed . . . voordeel van de twijfel.
Ik zei dat ik van de inchecktijd op de hoogte was, maar alleen even mijn grote tas wilde achterlaten, zodat ik mijn enige stranddagje hier kon gaan aftrappen. Dit is een vrij standaard procedure bij elk hotel of hostel waar ik inmiddels tijdens dit leven geweest ben, maar daar was hier helaas in het hele hotel geen ruimte voor, sprak hij tussen de tralies door. Ik moest écht wachten tot drie uur, waarop ik netjes zei dat ik dan genoodzaakt was om een ander hotel te zoeken, omdat ik moeilijk met mijn hele hebben en houden vijf uur lang op de straat kon gaan wachten. Dat was erg rude van me, waarop ik zei dat hij zelf toch echt niet al te gastvrij was begonnen. Ik vroeg vervolgens om de wificode om een ander hotel te gaan zoeken, en kreeg wederom nul op mijn request.
Voor de eerste keer deze vakantie was ik pissed. No way dat ik daar nog naar terug zou gaan . . . laat staan er te kunnen slapen . . . of het me nou geld zou gaan kosten of niet . . . ik wenste de man, ondanks alles op vriendelijke toon, een fijn leven toe, en nam de taxi terug naar het Ado station, voor de gratis wifi aldaar.
Hotel Alejandra in Playa del Carmen, onthoud die naam !
Achteraf gezien overigens een welkome wijziging in mijn plan omdat ik vervolgens, twee blokken verderop, een gezellig hangmatterig hostel binnenstruikelde, om daar mijn diploma voor de tweede dormnacht te behalen. Mijn ‘Mixed dorm-B’.
Superrelekste bedden, goed geventileerd, waar ik, ondanks de onbeperkte mojito contest op de binnenplaats, heerlijk heb geslapen. Zo ook de Noord-Amerikaanse Denzel, die op zijn beurt weer door mij heen had geslapen, en dánkzij de onbeperkte mojito contest op de binnenplaats het begin van zijn werkdag gemist had.
Hostel ‘The Yak’ in Playa del Carmen, onthoud die naam !
Playa del Carmen zelf was overigens bijkans nog verschrikkelijker dan de touristenstraat in Tulum. Compleet overladen door europeanen en noord-amerikanen. Als Trump ooit écht zijn muur gaat bouwen ben ik bang dat er heel veel Noord-Amerikanen niet meer op vakantie kunnen, maar het hier wel lekker rustig wordt.
Toen ik eindelijk eenmaal achter de winkelstraat, tussen de resorts door, een weg naar het strand had gevonden, met daarop een tentje met een man met een tap, waar ik, door de hitte en gedoe, echt even naar snakte, werd me dit wederom geweigerd, omdat ik geen armbandje om had. Ik was tussen de resorts beland.
Aangezien ik mijn pissed momentje deze trip al had gehad, besloot ik om het op een lopen te zetten. In dit soort plaatsen geldt de gouden regel van de straat:
‘ Als je maar lang genoeg doorloopt, kom je vanzelf in de achterbuurt. ‘
Die is er gelukkig altijd wel, en zo werd ik, na een kilometer of zes, toch nog vrolijk verwelkomd door de bonte kleuren van de achterbuurtse street-art met, als zalm op de slagroomtaart, de gezellige glimlachende strandmensen van Punto Esmeralda. La playa publica.
Mijn dag was weer goed en zo had ik gelijk inspiratie voor de op de heenweg irriterende hosselaars op de drukke touristenstraat.
‘ What are you looking for, sir? ‘
‘ Street-art! ‘
Tegen de tijd dat ze doorhadden wat ik bedoelde, waren ze eerst nog even druk met het bedenken in welke winkel ik dat dan wel niet zou kunnen vinden, en was ik allang weer met de carribische zon op mijn bol vertrokken.
Ik besloot in het hostel dan maar een stapeltje stickers op te gaan halen en de boel daar ook een beetje op te gaan vrolijken. Zo heb elk nadeel toch ook weer zo z’n eigen doel.