Muziek, Tekst & Rap :
|
Natte straten . . .
doodgeverfde lucht.
Ik mag niet klagen, vragen,
dit zijn de dagen van puur geluk.
Maar ik zie hem gaan.
Hij waart door de straten,
als hij zich in het daglicht waagt,
en ongezien, aan je leven knaagt.
De echo van je naasten,
tot op de laatste, allang begraven.
Ongemerkt nog steeds de baas is,
van je doen en laten.
Houdt je in een wurggreep.
Houdt je stevig beet.
Het aan je vastkleeft,
terwijl jij je eigen leeft,
denk je,
maar het remt je,
remt ons, verdeeld ons mensen,
al die grenzen, maken ons tot onbekenden.
Ik zie hem gaan . . . De hokjesgeest . . .
Ik zie het aan, hoe velen naar hun werk toe gaan.
Evenzovelen aan de kant staan, zonder baan,
geen blaam, voor efficientie aan de kant gegaan
het doel zijn de banen, niet wat er moet worden gedaan.
Ga er maar aan staan: groeien . . .
‘t is nooit genoeg: blijven bloeien . . .
blijven boeien, groeien, groeien, groeien . . .
het zijn de goede die altijd moeten bloeden,
blijven knoeien, aan de rand-
groepen jongeren, aan de kant,
niet van stand, oninterresant,
voor het land: De slaven aan de band,
braaf graven in het zand,
voor de huur van een pand,
met vol verstand, intellect,
laag opgeleid, maar verre van gek,
steekt z’n nek uit totdat tie verrekt,
de rek is eruit, ‘ op z’n bek in ’t zand ‘, zei de gek.
Controle, dat heb je nodig.
Zelf denken is eng en overbodig.
We vullen scholen met rijtjes voor mongolen,
wijsjes over goden, een wijdverbrijde code.
Wat heb je nodig, wat weetjes van het leven.
Weet je ? : Je zelf kun je lezen.
Je kunt het weten en da’s geen zweefteven,
maar onversneden wijsheid, in je eigen leven.
Over de dood, goed en fout,
jong en oud, mediteren: daar ga je niet op fout.
Je gaat niet out, maar verrijst uit het nauw,
ziet je broeder in de kou, en mwoaahh, wie helpen we nou ?
Maar we bidden we de dood, maken het groot,
noemen het leven, dat ongelovigen afstoot,
afschoot, opblaast ,afschiet,
stopt niet, stopt nooit,
stopt niet, stopt niet ! ! !
Olie op het vuur, van de wereld.
Oh wie is het duurst, wie is de kerel?
Wie heeft de grootste? Die heerst de aardkloot,
grootste klootzak, die krijgt de aardkloot.
Stijgen beurzen, dan stijgt zijn beurs.
Zakken beurzen, dan stijgt zijn beurs ook.
Zakken beursen, dan zakt mijn beurs af.
Stijgen beursen, zakt gehaaid mijn beurs.
‘t is altijd wat, nooit niks aan de hand.
‘t is altijd brand aan de onderkant,
het middenland en aan de rand.
Het is maar twee procent, trés interressant,
‘t is tijd voor brand aan de andere kant.
Niet alleen irritant: jeuk,
maar 98 procent niet leuk.
Smelt samen en heers je eigen meuk,
eigen wereld, eigen universum, ya know.
Ik ben het beu. Ik ben het zat.
Zat er dik in dat wat ik dacht nog onderschat was.
Dikke overmacht, in de donkere nacht,
de pracht van kennis is macht is verpatst,
aan de advertentiejacht, de lachende kracht,
algoritmes rippen ritmisch uit je dagelijkse dag.
Vernauwingsdood, ‘t is nou of nooit,
ternauwernood, we zijn verstrooid,
maar tegelijkerteid nog nooit zo verbonden een wonder.
De revolutie komt van onder het vlonder,
zonder wonden met woorden big data uit monden,
ten gronden wordt de zonde in ‘t donker verzonken,
maar non issues, lijken alleen issues.
Slechts voor luxe problemen pakt men een tissue.
Heel holland bakt, of ik vertrek naar mogadishu.
De wereld brand door, dat is geen ramp, because I dis you.
I wish you: fijne laatste dagen.
Je hoeft om mij of de wereld geen traan te laten.
Het einde nadert, the final fase, de laatste adem,
heeft geblazen tegen eindbaastraangas.
Maar ach, ik zal waarschijnlijk wegrotten,
zowaar als ik Rot heet, tot gruis wegstoffen,
wegkwijnen, wegkwijlen, valt niet tegenop te dweilen,
als oude strijders in tehuizen voor oude lijken.
Plascontracten, wasverzachters,
pijn verzachters, mantelkrachten,
poortwachters, gehoorverharders,
gestoord verward en dan ook nog lam en dwars en,
niet meer snappen dat, je niet meer grappen mag,
dat er een nieuwe macht is neergestreken in de nacht,
en per direct van kracht, pertinent en ondoordacht,
onverwachte ondergang de democratie teruggebracht,
tot ja of nee, ach en wee.
Het leek het einde, maar valt nu toch reuze mee.
Uiteindelijk spoelen ze onze hersenen ermee,
en roelen zo de hele mensheid door de plee.
Ik zeg iedereen aan de lsd,
In de lunch een pufje dmt,
Mdma voor de rondvraag . . .
een beetje liefde is wat ik vraag !